Om half twaalf moeten we starten. Ik heb deze loop al eens eerder gedaan, dus een uurtje vantevoren arriveren we bij de atletiekvereniging, waar we vervolgens niet kunnen parkeren. Dit evenement blijkt nogal gegroeid in de afgelopen jaren. Als we de auto eenmaal kwijt zijn lopen de de trap op naar de kantine. Daar kijkt de mevrouw die koffie verkoopt ons verbaasd aan. Startnummers? Nee hoor, dat is niet meer hier, die moet je halen in een sportal, is maar tien minuutjes lopen.
Okee dan. Nu ineens wordt t nog krap. We halen zo snel we kunnen onze enveloppen op, spelden nummers op onze trui en knopen chips aan onze schoen, en dan is het al tijd om naar het startvak te gaan.
Peter will deze race in 55 minuten gaan lopen. We wensen elkaar succesnen hij gaat op zoek naar zijn tempomaker. Ik sluit helemaal achteraan aan en moet even slikken – het langzaamste startvak hier is 60’. WTF. Zelfs als er brand was zou ik dat niet kunnen. Er bekruipt me een ‘wat doe ik hier’ gevoel.
Ik maak een laatste foto, berg mijn telefoon op en hoop er maar het beste van.
Hm. Een beetje make up had wel gemogen.
KM1
Ergens klinkt een startschot en de paar honderd lopers op de atletiekbaan komen in beweging. Ik druk runkeeper aan en mijn muziekje, een eindje voor ik over de mat loop, en probeer zo goed mogelijk mee te lopen met de menigte. Dat lukt slecht. We beginnen met een baanrondje, en nog voor we het terrein af zijn lig ik al in de achterhoede.
KM2
Ik ga een helling op, een brug over. Ik ben ergens in de tweede kilometer en ik heb het idee dat ik aller, allerlaatste ben. Een meter of 25 voor me lopen nog wat mensen. Ik loop zo’n 6’40 per kilometer, en ik hou het startveld gewoon niet bij. Ik krijg een mentale dreun.
Waarom doe ik dit? Ik loop zo hard als ik kan. Als je zo hard loopt als je kunt en de rest is zo veel sneller, hoor je er dan nog tussen? Moet ik niet gewoon ophouden met dit soort dingen? Moet ik niet gewoon reeel zijn en onder ogen zien dat ik lekker gewoon rondjes langs de dijk moet joggen, maar niet meer aan de start moet staan? Ik overweeg om ermee op te houden. Ik kan ook gewoon stoppen en terugwandelen naar de start. En dan wachten op Peter, die vast onder het uur finisht, en hem heel hard aanmoedigen, en voortaan gewoon met eerlijke ogen kijken naar mijn – volslagen gebrek aan – rencapaciteiten.
Maar ja. Ik heb net een startvakselfie op het web geslingerd.
Wil je echt een kwartier later posten dat je toch maar niet meedoet, Francine? Dat je hebt opgegeven? Echt?
Nee, dat wil ik ook weer niet. Dus ik ren door.
KM3
De gedachten van een loper zijn een donkere plaats, soms. Ik word ingehaald door iemand en laat me opnieuw uit het veld slaan. Iemand komt me voorbij, dus dan ben ik nu dus echt laatste, want ik hoor niemand meer achter me. Ik kijk ook niet om, ik blijf maar gewoon focusen op de ene voet voor de andere.
Ik besluit dat het waarschijnlijk beter is voor de mezelf, alle vrijwilligers, mezelf, de andere lopers, mezelf, de zeehondjes, mezelf, het gat in de ozonlaag, mezelf, de wereldvrede en vooral ook mezelf als ik volgende week niet start op de halve marathon in Amsterdam. Het wordt tijd dat ik onderken dat ik nou eenmaal niet meer in vorm ben.
KM4
Ik heb niet opgegeven, ik loop hier nog, en het begint me te dagen dat het eigenlijk heel erg goed gaat. Ik loop mooie kilometers en de zon schijnt. Mn spieren zijn warm en het gaat soepeler, en ik loop onder de bomen in het Sloterpark, in een prachtige omgeving. Ik bedenk me dat lopen iets is dat je doet voor jezelf. Ik ga deze race uitlopen en ik ga ervan genieten, en daarna zien we wel verder.
KM5
Een waterpost. Yay! Ik begon al te vrezen dat die er niet zou zijn, en ik heb geen water bij me. Ik stop om een bekertje aan te pakken en ik word ingehaald door een meneer. Kijk eens aan zeg. Ik was toch niet laatste. Ik neem een minuutje de tijd om wat te drinken. Die ene minuut gaat t niet op aankomen he.
KM6
Ik ga lekker, mn gemiddelde tempo zit nu iets boven de 7 minuten, maar ik ben inmiddels wel al een tijdje alleen. Ik kan de anderen in de race allang niet meer zien. Ik kom bij een splitsing waar geen bordje staat en zoek op runkeeper op waar die sloterplas eigenlijk ook weer is. Ah, naar rechts.
KM7
Een stukje langs het water. Ik kom wat zondagwandelaars tegen die verbaasd mijn startnumme opmerken en zoekend rondkijken naar andere lopers. ‘Ik dacht, ik geef ze een voorsprongetje’, grijns ik naar ze. Ze lachen. ‘Succes!’ . Niet nodig, mensen, niet nodig. Ik VERPULVER deze tien km! Go me!
KM8
‘I’m a groooooooown woman’, zingt Beyonce in mijn oor. ‘I can do whatever I want!’ Zo is dat. Ik draai rechtsaf en loop door een winkelcentrum. Dit stuk weet ik nog van de vorige keer. Trappetjes, stoepen, voetgangers. De vaart gaat er even uit, zeker als ik twijfel over welke kant ik nu op moet, maar dan zie ik nog een vrijwilliger staan die naar rechts wijst. Jeutje, dat scheelde niks of ik was verkeerd gelopen. ‘Daarheen’, zegt ie, ‘je bent er bijna!’
KM9
Ik kijk op mijn telefoon. Peter zal al wel gefinished zijn. Mn gedachten over de Amsterdam marathon zijn nog gemengd. Dit is een lekker loopje, maar nog een keer zo’n eind? Ik moet er nu even niet aan denken zeg. Ondertussen ben ik wel nog maar een minuut of tien van de finish verwijderd. Dit gaat goed, ik ga goed. Er komt een klimmetje, de laatste brug over de route. Voor zo’n korte afstand is dit best een heuvelige loop, met een 78 meter klim tot nu toe. Ik diesel mezelf naar boven en zet op de weg naar beneden nog even aan. Ik tik de km weg in 6’51. Woei! Dit gaat top! Ik had mezelf als doel gesteld om binnen de 75 minuten te lopen en dat gaat me prima lukken, zelfs met de drinkpauze en de langzame achtste kilometer.
KM10
Nog 1 taai stukje, een viaduct over de President Allendelaan. Een bocht naar links, een bocht naar rechts. Een laatste paar vrijwilligers die me rvan verzekeren dat het echt nog maar een paar honder meter is. En dan ineens is daat de atletiekbaan! Ik ren er op. In de verte hoor ik mijn naam. Dat is Peter, die in het gras ligt en een foto maakt als ik de baan op draai.
Ik geef het laatste beetje gas bij dat ik nog heb en ren naar de finishboog. Mijn naam wordt omgeroepen, er is een medaille en een beker water, en iemand knipt de chip van mijn schoen. Ik ben er! En ik ben er in de 75’ die ik me voor had genomen! Ik ben BLIJ!
Ik vind Peter - hij is deed het in 53 minuten. We wandelen samen naar de auto.
Onderweg naar huis praten we na, en ik word overvallen door een heel dubbel gevoel: ik liep voor mijn doen een heerlijke 10 kilometer, maar ik heb geen vertrouwen meer in de Amsterdam halve.
Ik besluit er een nachtje over te slapen. Ik kan morgen ook nog beslissen.
Wat een gave foto van de jongedame met startnummer 409
BeantwoordenVerwijderenwow. Wat een verhaal. Wat een doorzettingsvermogen en dan onderweg toch kunnen gaan genieten en er je eigen loop van maken! Wow. En wat een tijd. Super de super!! Ik hoop van harte dat je wel besluit om de halve te gaan lopen in Amsterdam. Ik wil in het stadium een vriend aan gaan moedigen en weet je wat voor armbandje ik bedacht had speciaal om te gaan doen? Juist ... she believed she could so she did ... want er zou ook een bijzondere inspirerende motiverende blogster gaan meelopen, van wie ik dat bijzondere armbandje had gekregen ... succes met het nemen van je beslissing!
BeantwoordenVerwijderenJe kilometer tot kilometerverslagjes horen tot mijn favorieten. Je hebt het ook deze keer maar weer geflikt! Benieuwd wat je beslist...
BeantwoordenVerwijderenOh je bent zo sterk op alle vlakken, ik hoop dat je gaat! Je bent inspirerend voor velen, juist voor degene bij wie het lopen niet vanzelf gaat. Wees trots op je doorzettingsvermogen en discipline die je laat zien door je trouwe trainingen. Succes!
BeantwoordenVerwijderenWat een verhaal -Wat een doorzettingsvermogen- Wat Super knap dat je hem dan toch uitloopt - Wat een Super respect heb ik voor jou !!
BeantwoordenVerwijderenSucces met de beslissing voor de halve Amsterdam
Gr Erika
Wat een gave foto inderdaad ... alleen om die reden al zou je het moeten doen. De tranen staan in m'n ogen. Het is niet bepaald de eerste keer dat dat gebeurt als ik een verslag van een loopje lees van jou. Die eerste paar kilometers. Zo precies hetzelfde als ik dat altijd ervaar. Dat gevoel van ik hoor hier niet tussen. En weer die laatste zijn. Al bijna voordat de eerste kilometer erop zit. Terwijl je voor jouw doen zelfs ook nog eens goed loopt. Jij bent er alleen vele malen beter in dan ik om dat gevoel toch te laten omslaan naar een blij, tevreden, trots en voldaan gevoel en op het moment zelf te beseffen dat je voor jezelf loopt en helemaal voor niemand anders. Ik vind dat zo ontzettend knap. Zelf heb ik daar meestal een volle dag voor nodig. Ik wens je veel succes bij het doorhakken van die knoop. Elke beslissing is goed, zolang als je er zelf maar achter staat. En zolang als je maar blijft lopen. Want weet je, die vorm komt heus wel weer terug hoor!
BeantwoordenVerwijderenDie kilometerverslagen blijven toch wel om van te genieten alsof ik er live bij was. Deze loop heb je toch maar mooi te pakken!
BeantwoordenVerwijderenGewoon gaan, Francine! Want het gaat er toch niet om met welke tijd je eindigt, maar om dat je het gedaan hebt!! Dat je van de bank af gekomen bent en dan niet alleen die ene wedstrijddag, maar alle dagen dat je ervoor getraind hebt. Ik volg je al een paar jaar en raak vreselijk geïnspireerd van al je logjes. Ga door en geef ons een wedstrijdlog over de halve van Amsterdam. You go girl!! Groetjes, Gerda
BeantwoordenVerwijderenZeer herkenbaar voor, ik bengel ook altijd zgn het staartje, en moet mezelf dan ook toespreken. Mezelf overtuigen dat ik het leuk vind, én dat ik het vooral voor mezelf doe.
BeantwoordenVerwijderen