woensdag 7 september 2016

Een weekje rennen

Daar ben ik weer, alweer een par loopjs verder.

Vorige week zondag ging het fantastisch. Lekkere duurloop waarbij aan het eind, in de laatste kilometer, een willekeurige voorbijganger met rood haar ineens met me mee ging rennen, wat best wel creepy leek.







maar hij bleek een hardloper die zag dat ik even door moest zetten, de laatste kilometer, en wilde me gewoon een hart onder de riem steken. Nee ik verzin dit ECHT niet.


Toen moest ik, de volgende dag, een nieuw spiraaltje laten zetten en toen voelde ik me een paar dagen zielig en wou ik niet rennen.






Maar daarna weer wel, hoor. Eerst een vijfje om even te kijken hoe dat ging, en dat ging eigenlijk prima. En toen mn zondagduurloopje en dat ging minder florissant.





En toen was het alweer gisteren. Er stond een piramideloop op de planning. Dit is wat er in het spreadsheet stond; 1-2-3-4-3-2-1 p=1 sp=2 *3. de streepjes zjn pauzes.
In mensentaal, 1 minuut voluit, dan 1 minuut rustig joggen dan 2 minuten voluit, dan 1 minuut rustig joggen, dan drie minuten.... En als je dat dan hebt gedaan, krijg je een sp, een seriepauze, van twee minuutjes rustig joggen. En dat doe je dan in totaal drie keer.


Ik had het wel netjes in mn runkeeper gezet, maar niet echt nagedacht over de afstand die dat inhield. Dat kwam omdat ik ging om zes uur s ochtends, zodat ik klaar ben voordat mijn hersens doorhebben wat er in vredesnaam zojuist is gebeurd.

Ik was om tien voor half zeven buiten. Zwoele ochtend, heerlijk weer voor een septemberochtend. De zon kwam op.  Ik wilde gauw weg zijn dus ik had niet ontbeten, alleen vlug een mandarijntje gepeld en in mn mond geduwd. Ik kwam langs het allerlaatste restje kermis in ons dorp:




Het reuzenrad, waarvan de lichtjes nog brandden terwijl alle andere attracties al werden afgebroken.

Ik deed netjes mijn 2, 3, 4 minuten terwijl mijn benen door leken te krijgen wat er van ze verwacht werd: ieder interval een beetje sneller, steeds wat minder stram. Het dorp uit, langs de dijk. Ergens n het midden, nam ik me voor, ging ik ergens stoppen, ergens waar een trappetje was de dijk op, zodat ik de zonsopgang kon zien. Mijn ochtendloopjes zijn altijd langs de dijk, want de zon komt op boven het IJsselmeer.

Ik was moe. De snelle minuten lieten me zweten, met straaltjes langs mijn gezicht en mijn rug. Aan het eind van de eerste piramide moest ik echt even op adem komen, ook al ging het eigenlijk gewoon heel goed. Ik keek op mijn telefoon en zag dat ik net over de drie kilometer zat. Realisatiemomentje:

****Wacht even, drie kilometer? Dan moet ik dus NEGEN KILOMETER ****








Negen kilometer intervallen! En ik had nog geen koffie gedronken en niks gegeten met pindakaas erop.


Maar ja, wat doe je eraan. Ik deed rennersrekenen: ik heb er nu een gedaan, en als ik op de helft draai, betekent dat dat ik dus nog maar 1 keertje 1-2-3-4 moet rennen voor ik mag keren, en dan ben ik op de terugweg, en de terugweg telt eigenlijk niet mee, dus feitelijk ben ik er al bijna.

Op het keerpunt klom ik de dijk op, en daar was dit:





Totale stilte, mijn dorp in de verte en een rode zon boven een roze oplichtend IJsselmeer.

En ik was daar, en ik was er met mijn eigen benen, mijn eigen longen en mijn eigen hart heengerend.

Ik draaide om en begon aan de tweede anderhalve piramide. Om half acht was ik thuis. En toen vond ik het gewoon weer jammer dat ik klaar was. Negen kilometer bikkelen bracht me bezweet, moe en een beetje stoned op de drempel van de dag.

Een betere start is er gewoon niet.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

LinkWithin

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...