In de stallen zocht ik naar Zeban, en in een box aan het eind van de gang vond ik zijn naambordje. Achter de deur stond een paard zo groot als een gebouw.
Ik en mijn grote mond. Aaargh.
Ik moest opstijgen met en trapje (!), ja nee echt dus, en toen gingen we. Zeban en ik, Leentje op Triple en nog een heleboel paarden en ruiters.
Een rondje door de bak, en toen lekker naar buiten.
Vijftien kilometer door de polder. Draven door de berm, bruggen, slootjes, hoofd in de wind, en paardjes die net zo hard genoten en rondkeken als de mensen erop.
Zeban was lief, een beetje nerveus hier en daar maar er gebeurde niets dat ik niet onder controle had. Er was een uit de sloot opfladderende eend waar hij van schrok en ineens stonden we aan de andere kant van het fietspad; een soort teleportatie - zo ben je hier, en zo ben je ergens anders :-p. Maar verder was het een schat, die goed reageerde op mijn benen en handen en vergevingsgezind was voor mijn fouten.
Het was fantastisch.
De spierpijn nu - allesdoetzeerenikgadood, maar het was FANTASTISCH. :)
Heerlijk verhaal enne sterkte met de spierpijn :-)
BeantwoordenVerwijderen